Mme Nyssens trouve assez singulier qu'un couple qui s'adresse à un centre de fécondation pour mettre en œuvre un projet de procréation médicale assistée stipule déjà dans la convention qu'en cas de divorce, l'un d'eux pourra réaliser le projet parental en utilisant des embryons qui seront éventuellement produits.
Mevrouw Nyssens vindt het nogal bizar dat een paar, wanneer het aanklopt bij een fertiliteitscentrum om een project van medisch begeleide voortplanting op te starten, reeds in een overeenkomst zou kunnen stipuleren dat, in geval van echtscheiding, één van hen de kinderwens kan realiseren met gebruikmaking van eventuele overtallige embryo's die zullen tot stand komen.