Pour les ruminants, des décomptes directs du microbiote ne seront nécessaires qu'en cas de modification indésirable de la fonction du rumen (mesurée in vitro par un changement des concentrations en acides gras volatiles, une réduction de la concentration en propionates ou une cellulolyse réduite).
Bij herkauwers zijn rechtstreekse tellingen van micro-organismen alleen nodig indien er aanwijzingen zijn van een negatief effect op de herkauwfunctie (in vitro gemeten als wijziging van de concentratie vluchtige vetzuren, daling van de propionaatconcentratie of verminderde celluloseafbraak).