4. rappelle que l'enseignement supérieur permet de promouvoir l'inclusion sociale et la mobilité sociale ascensionnelle; invite les États membres, les autorités régionales et locales et les établissements d'enseignement supérieur à intensifier leurs efforts, dans le respect du principe de subsidiarité - à travers notamment l'élaboration de programmes de soutien financiers appropriés - en vue de faciliter un accès équitable pour tous à l'éducation, de l'école primaire à l'enseignement supérieur, sans distinction de genre, d'ethnie, de religion, de handicap ou de milieu social, et de combattre toutes les formes de discrimination
en reconnaissant le multiculturalisme et le mul ...[+++]tilinguisme, y inclus la langue des signes, comme des valeurs fondamentales de l'Union à préserver; 4. herhaalt dat hoger onderwijs de potentie heeft om sociale insluiting, verbetering van de maatschappelijke positie en opwaartse sociale mobiliteit te bevorderen; verzoekt de lidstaten, regionale en lokale overheden en instellingen voor hoger onderwijs om, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, nog meer inspanningen te leveren om het onderwijs open te stellen voor iedereen, ongeacht geslacht, etnische herkomst, taal, godsdienst, handicap of sociale achtergrond, onder meer door een adequaat systeem voor financiële steun te ontwikkelen en alle vormen van discriminatie te bes
trijden, en daarbij multiculturalisme en meertaligheid, w ...[+++]aaronder gebarentalen, te erkennen als fundamentele waarden van de EU die moeten worden gekoesterd;