23. invite la Commission et les États membres à encourager les partenaires sociaux (syndicats et employeurs), la société civile et les organismes de promotion de l'égalité entre hommes et femmes à encourager la surveillance des pratiques en matière d'égalité au travail, y compris des modalités de travail flexibles, en vue de concilier plus facilement la vie professionnelle et la vie privée, et l'examen approfondi des conventions collectives, des barèmes salariaux applicables
et des systèmes de classification des emplois afin de prévenir la discrimination directe ou indirecte à l'encontre des femmes; insiste également sur l'importance d'
...[+++]autres instruments tels que les codes de conduite, la recherche et les échanges d'expériences ou de bonnes pratiques en matière d'égalité entre hommes et femmes afin de garantir une meilleure protection contre la discrimination; 23. vraagt dat de Commissie en de lidstaten de sociale partners (vakbonden en werkgevers), maatschappelijke organisaties en gelijkekansenorganen aanmoedigen om het toezicht op gelijkekansenpraktijken op de werkplek, onder meer flexibele arbeidsregelingen, te bevorderen met het oog op een betere combinatie van werk en privéleven, alsook verdere controle van collectieve overeenkomsten, toepasselijke loonschalen
en functiewaarderingssystemen, teneinde elke rechtstreekse of onrechtstreekse discriminatie van vrouwen te vermijden; benadrukt ook het belang van andere instrumenten zoals gedragscodes, onderzoek en uitwisseling van ervaringen en
...[+++]goede werkwijzen op het gebied van gendergelijkheid, om te zorgen voor een betere bescherming tegen discriminatie;