c) les faces supérieure et inférieure doivent être recouvertes de papier blanc pour recevoir l'adresse du destinataire, la déclaration de la valeur et l'empreinte des timbres de service; ces boîtes doivent être scellées sur les quatre faces latérales, de la manière indiquée au point 1.2.5.3., a) premier alinéa; si cela est nécessaire pour en assurer l'inviolabilité, les boîtes doivent être entourées d'un croisé de ficelle solide, sans noeuds, les deux bouts étant réunis sous un cachet en cire portant une empreinte ou une marque spéciale uniforme de l'expéditeur.
c) het boven- en het ondervlak moeten bedekt zijn met wit papier waarop het adres van de geadresseerde, de waarde-aangifte en de afdruk van de dienststempels dienen aangebracht te worden; deze doosjes moeten verzegeld worden op de vier zijvlakken op de wijze zoals aangeduid in punt 1.2.5.3,a), eerste alinea; indien dit nodig is om de onschendbaarheid te verzekeren, moet om de doosjes kruiselings een stevig bindtouw, zonder knopen gebonden worden. De twee uiteinden ervan moeten worden bijeengehouden onder een lakzegel met een bijzondere eenvormige afdruk of merk van de afzender.