- l'article 14, § 2, alinéas 3 et 4 (6), selon lequel le Roi fixe, de manière spécifique, les conditions d'encodage des gamètes lors d'un don entre partenaires et, de manière générale, les modalités de l'encodage et de la documentation du matériel corporel humain destiné à des applications humaines dès l'obtention de celui-ci et en vue d'en assurer la traçabilité, en particulier les obligations des banques de matériel corporel humain, des structures intermédiaires et des établissements de production, ainsi que les obligations de l'AFMPS concernant l'application et le contrôle de l'encodage et de la documentation (7);
- artikel 14, § 2, derde en vierde lid (6), op grond waarvan de Koning specifiek de voorwaarden bepaalt voor de codering van gameten bij partnerdonatie en in het algemeen de nadere regels bepaalt met betrekking tot de codering en de documentatie van menselijk lichaamsmateriaal, bestemd voor de geneeskundige toepassing op de mens, vanaf de verkrijging ervan en om de traceerbaarheid ervan te verzekeren, in het bijzonder de ve
rplichtingen van de banken voor menselijk lichaamsmateriaal, de intermediaire structuren en de productie-instellingen, alsook de verplichtingen van het FAGG inzake de toepassing van en de controle op de codering en doc
...[+++]umentatie (7);