Art. 17. Le représentant en douane qui, en attendant la solution d'un litige avec l'Administration générale des douanes et accises ou l'apurement d'un document, s'est fait remettre un cautionnement ou une avance par son client, doit porter ce cautionnement ou cette avance en déduction des sommes qui sont dues par son client après la régularisation d'un contentieux ou qui sont dues à l'apurement d'un document.
Art. 17. De douanevertegenwoordiger die, in afwachting van de regeling van een geschil met de Algemene Administratie van de douane en accijnzen of van de aanzuivering van een document, zich door zijn cliënt een borgsom of een voorschot heeft doen betalen, moet die borgsom of het voorschot in aftrek brengen op de bedragen die door zijn cliënt verschuldigd zijn na de regeling van het geschil of door de aanzuivering van een document.