Art. III. 5-33.- Si la fosse est remplie de sable, de terre ou d'un autre matériau, le remplissage sera inerte vis-à-vis du réservoir, de son revêtement, du liquide stocké et du matériau de la fosse.
Art. III. 5-33.- Indien de ondergrondse inkuiping wordt opgevuld met zand, aarde of een ander materiaal moet dit inert zijn tegenover het reservoir, zijn bekleding, de ingehouden vloeistof en het materiaal van de ondergrondse inkuiping.