11. Les élèves sont en mesure de percevoir le lien entre les mécanismes de contrôle homéostatiques (thermorégulation, osmorégulation, excrétion, régulation acide-base) et la pratique d'un sport.
11. De leerlingen kunnen het verband leggen tussen homeostatische controlemechanismen (thermoregulatie, osmoregulatie, excretie, zuur-basenregeling) en sportbeoefening.