Dans sa jurisprudence relative aux mesures de surveillance secrète, la Cour énonce les garanties minimales suivantes contre les abus de pouvoir que la loi doit renfermer : la nature des infractions susceptibles de donner lieu à un mandat d'interception, la définition des catégories de personnes susceptibles d'être mises sur écoute, la fixation d'une limite à la durée de l'exécution de la mesure, la procédure à suivre pour l'examen, l'utilisation et la conservation des données recueillies, les précautions à prendre pour la communication des données à d'autres parties, et les circonstances dans lesquelles peut ou doit s'opérer l'effacement ou la destruction des enregistrements (voir, notamment, Huvig, précité, § 34, Amann, précité, § 76, Vale
...[+++]nzuela Contreras, précité, § 46, et Prado Bugallo c. Espagne, n° 58496/00, § 30, 18 février 2003) ».In zijn rechtspraak met betrekking tot de maatregelen van geheim toezicht zet het Hof de volgende minimumwaarborgen tegen misbruik van bevoegdheid uiteen die de wet moet bevatten : de aard van de misdrijven die aanleiding kunnen geven tot een machtiging tot interceptie, de bepaling van de categorieën van personen die mogen worden afgeluisterd, het vastleggen van een beperking van de duur van de uitvoering van de maatregel, de procedure die moet worden gevolgd voor het onderzoek, het gebruik en de bewaring van de ingezamelde gegevens, de voorzorgen die moeten worden genomen voor het mededelen van de gegevens aan andere partijen, en de omstandigheden waarin de opnames mogen of moeten worden gewist of vernietigd (zie met name voormeld arrest H
...[+++]uvig, § 34, voormeld arrest Amann, § 76, voormeld arrest Valenzuela Contreras, § 46, en arrest Prado Bugallo t. Spanje, nr. 58496/00, § 30, 18 februari 2003) ».