L’identifiant alphanumérique unique de l’ACC3 et le statut de l’expédition en matière de sûreté visé au point 6.3.2.6 d) et émis par un agent habilité titulaire d’une validation de sûreté de l’Union européenne doivent être indiqués dans la documentation d’accompagnement, que ce soit sous forme d’une lettre de transport aérien, d’un document postal équivalent ou d’une déclaration séparée, et sous forme électronique ou sur papier.
De unieke alfanumerieke identificatiecode van de ACC3 en de in punt 6.3.2.6, onder d), vermelde beveiligingsstatus van de zending, die is toegekend door een erkende agent die in het kader van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering is gevalideerd, worden vermeld op de begeleidende documenten, ofwel in de vorm van een luchtvrachtbrief of gelijkwaardige postdocumenten ofwel in een afzonderlijke verklaring, schriftelijk of in elektronische vorm.