4. souligne que l'obligation positive de respecter, protéger et promouvoir les droits de l'homme est contraignante quel que soit le statut juridique de l'individu concerné et qu'il importe d'éviter toute discrimination entre les ressortissants des États membres, les personnes qui y résident ou toute autre personne ayant droit à la protection des États membres ou soumise à leur juridiction;
4. beklemtoont dat de verplichting tot eerbiediging, bescherming en bevordering van de mensenrechten bindend is, ongeacht de rechtspositie van de betrokken persoon, en dat enigerlei discriminatie tussen burgers van, andere inwoners van lidstaten, of andere personen die recht hebben op bescherming van een lidstaat of anderszins onder de jurisdictie van een lidstaat vallen, voorkomen moet worden;