C'est la raison pour laquelle la modification proposée par l'article 18 de la proposition de loi à l'article 319, § 3, alinéa 4, du Code civil met sur le même pied du point de vue du pouvoir du tribunal, le père « biologique » et « celui qui a sollicité avec la mère une insémination artificielle ou tout autre acte ayant la procréation pour but et dont la conception de l'enfant peut être la conséquence ».
Om die reden worden de « biologische » vader en « hij die samen met de moeder verzocht heeft om een kunstmatige inseminatie of om enige andere handeling die de voortplanting ten doel heeft en waarvan de verwekking van het kind het gevolg kan zijn », wat de bevoegdheid van de rechtbank betreft, op gelijke voet geplaatst door de wijziging die artikel 18 van het wetsvoorstel aanbrengt in artikel 319, § 3, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek.