Ces frais professionnels sont, à défaut de preuves, fixés forfaitairement en pourcentages du montant brut de ces revenus, respectivement, pour les rémunérations des travailleurs, les rémunérations des dirigeants d'entreprise, les rémunérations des conjoints aidants et les profits (article 51, alinéa 2, du CIR 1992).
Bij gebrek aan bewijzen worden die beroepskosten forfaitair bepaald op percentages van het brutobedrag van die inkomsten, respectievelijk voor de bezoldigingen van werknemers, bezoldigingen van bedrijfsleiders, de bezoldigingen van meewerkende echtgenoten en de baten (artikel 51, tweede lid, van het WIB 1992).