Considérant qu'en ce qui concerne l'UG2, la plupart des réclamations concernent les interdictions suivantes
: « le stockage, l'épandage de tout amendement et de tout engrais minéral ou organique, dont fumiers, fientes, purins, lisiers, composts, boues d'épuration, gadoues de fosses septiques » ainsi que sur « tout pâturage et toute fauche entre le 1 novembre et le 15 juin, sauf lorsque ces actes
sont prévus dans un plan de gestion »; qu'en ce qui concerne l'UG3, la majorité des réclamations sont liées à l'interdiction de « tout pâtur
...[+++]age et toute fauche entre le 1 novembre et le 15 juin, sauf lorsque ces actes sont prévus dans un plan de gestion » ainsi que la soumission à autorisation des « apports d'engrais organiques sauf pendant la période du 15 juin au 15 août »; Overwegende dat, wat betreft de UG2, het grootste deel van de bezwaren betrekking hebben op de volg
ende verboden: " de opslag, het strooien van alle grondverbeteringsmiddelen en van alle minerale of organische meststoffen, met inbegrip van mest, drek, gier, zuiveringsslib en slijk uit septische putten" alsook op " elke begrazing en elk maaien tussen 1 november en 15 juni, behalve wanneer deze handelingen bedoeld zijn in een beheersplan" ; dat, wat betreft de UG3, het grootste deel van de bezwaren verbonden zijn met het verbod op " elke begrazing en elk maaien tussen 1 november en 15 juni, behalve wanneer deze handelingen bedoeld zijn i
...[+++]n een beheersplan" alsook het onderwerpen aan vergunning van " het aanbrengen van organische meststoffen behalve tussen 15 juni tot 15 augustus" ;