4.6.2.2.les poignées qui pivotent vers l'extérieur dans une direction qui n'est pas parallèle au plan de la portière doivent, en position fermée, être logées dans un encadrement de protection ou une alvéole.
4.6.2.2.deurkrukken die naar buiten scharnieren in een richting die niet evenwijdig is aan het deurvlak, moeten in gesloten stand zijn omgeven door een beschermkap of in een uitsparing zijn aangebracht.