1. Un travailleur en chômage qui était auparavant salarié ou non salarié auquel s'appliquent les dispositions de l'article 69, paragraphe 1, ou de l'article 71, paragraphe 1, point b) ii), deuxième phrase, et qui satisfait aux conditions requises par la législation de l'État compétent pour avoir droit aux prestations en nature et en espèces, compte tenu, le cas échéant, des dispositions de l'article 18, bénéficie pendant la durée prévue à l'article 69, paragraphe 1, point c):
1. Een werkloze werknemer of zelfstandige op wie artikel 69, lid 1, of artikel 71, lid 1, onder b) ii), tweede zin, van toepassing is en die, eventueel met inachtneming van artikel 18, voldoet aan de door de wettelijke regeling van de bevoegde staat gestelde voorwaarden voor het recht op verstrekkingen en uitkeringen, heeft gedurende het in artikel 69, lid 1, onder c), genoemde tijdvak recht op: