58. se félicite
de ce que la Chine noue un dialogue avec l'Union européenne en matière de droits de l'homme; prie les gouvernements des États membres, la Commission et la Chine de considérer ce dialogue comme une occasion réelle d'apporter des changements aux politiques intérieures de la Chine, sachant que les droits de l'homme suscitent toujours de vives inquiétudes dans ce pays, en particulier s'agissant du recours à la peine capitale et de l'abolition des libertés d'association et de religion; souligne que l'essor de relations commerciales positives dépend de réformes en matière de droits de l'homme; exprime son inquiétude quant au
...[+++] revirement récent de la politique de l'Union intervenu au sein du Conseil en ce qui concerne l'embargo sur la vente d'armes à la Chine et recommande fermement le maintien dudit embargo tant que des progrès plus importants n'auront pas été accomplis dans le domaine des droits de l'homme; appelle les autorités chinoises à réévaluer officiellement les événements de Tiananmen, à publier la liste des prisonniers politiques et à libérer ces derniers sans condition; observe avec inquiétude le traitement infligé aux populations du Tibet et du Xinjiang du point de vue des libertés d'association et de religion; 58. verwelkomt het feit dat China de mensenrechtendialoog met de EU is aangegaan; verzoekt de regeringen van de lidstaten, de Commissie en China om deze dialoog te benutten als een reële mogelijkheid om veranderingen tot stand te brengen in het binnenlands beleid van China, waar nog stee
ds aanzienlijke zorgpunten bestaan over de mensenrechten, in het bijzonder voor het gebruik van de doodstraf en de onderdrukking van de vrijheid van vereniging en godsdienst; benadrukt dat een steeds betere handelsrelatie afhankelijk moet worden gesteld van hervormingen op het gebied van de mensenrechten; is bezorgd over de recente ommezwaai in het EU-
...[+++]beleid door de Raad ten aanzien van het wapenembargo tegen China en beveelt met klem aan het wapenembargo te handhaven totdat meer vooruitgang is geboekt met betrekking tot de mensenrechten; dringt aan op een officiële herziening door de Chinese autoriteiten van de gebeurtenissen op het Tiananmen-plein, op de publicatie van de lijst van politieke gevangenen en hun onvoorwaardelijk vrijlating; is bezorgd over de behandeling van de bevolking in Tibet en Xinjian op het punt van de vrijheid van vereniging en godsdienst;