Un exploitant qui refuse l'accès à son réseau de transport ou à son site de stockage en vertu d'un manque de capacité ou de possibilités de connexion devra, pour autant que cela soit économiquement justifiable ou que l'utilisateur potentiel soit disposé à en assumer le coût, exécuter les travaux nécessaires pour accroître sa capacité, à condition que ces travaux n'exercent pas d'impact négatif sur la sécurité environnementale du transport et sur le stockage géologique du dioxyde de carbone.
Een exploitant die de toegang tot zijn transportnetwerk of opslaglocatie weigert op grond van een gebrek aan capaciteit of verbindingsmogelijkheden, voert de nodige capaciteitsverhogende werkzaamheden uit voor zover dat economisch verantwoord is of de potentiële gebruiker bereid is daarvoor te betalen, op voorwaarde dat het geen negatief effect heeft op de milieuveiligheid van het transport en van de geologische opslag van koolstofdioxide.