44. L'obligation de prendre en compte la situation
personnelle et familiale ne peut peser sur l'Etat membre d'emploi que lorsque le contribuable tire la totalité ou la quasi-totalité de ses ressources imposables d'une activité exercée dans ce dernier et qu'il ne perçoit pas de revenu significatif dans son Etat de résidence, de sorte que celui-ci n'est pas en mesure de lui accorder les avantages résultant de la prise en compte de sa situation personnelle et familiale (voir, notamment, arrêts p
récités Schumacker, point ...[+++] 36; Gschwind, point 27; Zurstrassen, points 21 à 23, et de Groot, point 89).
44. De verplichting om de persoonlijke en gezinssituatie in aanmerking te nemen rust slechts op de werkstaat wanneer de belastingplichtige zijn belastbaar inkomen uit een aldaar uitgeoefende activiteit geheel of nagenoeg geheel aldaar ontvangt en in zijn woonstaat geen inkomen van betekenis verwerft, zodat laatstbedoelde staat hem niet de voordelen kan toekennen die uit de inaanmerkingneming van zijn persoonlijke en gezinssituatie voortvloeien (zie met name reeds aangehaalde arresten Schumacker, punt 36; Gschwind, punt 27; Zurstrassen, punten 21-23, en de Groot, punt 89).