3. « L'article 100, 1°, des lois coordonnées sur la comptabilité de l'Etat du 17 juillet 1991 viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, cet article prévoyant un délai de prescription particulier par rapport au délai de prescription de droit commun applicable, depuis l'entrée en vigueur de la nouvelle loi sur la prescription, aux actions en responsabilité extracontractuelle (voir l'article 2262bis, § 1, alinéas 2 et 3), lorsque le dommage ne se manifeste qu'après l'échéance du délai fixé à l'article 100, alinéa 1, 1° ?
3. « Schendt artikel 100, 1° van de Gecoördineerde Wetten op de Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet waarbij een bijzondere verjaringstermijn wordt voorzien in vergelijking met de gemeenrechtelijke verjaringstermijn die sedert de inwerkingtreding van de nieuwe verjaringswet van toepassing is op buitencontractuele aansprakelijkheidsvorderingen (zie art. 2262bis, § 1, lid 2 en lid 3), wanneer de schade pas na het verstrijken van de in artikel 100, lid 1, 1° bepaalde termijn tot uiting komt ?