Le juge a quo demande à la Cour si l'article 30bis, §§ 3 et 5, de la loi ONSS est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 1 du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme et avec le principe général du droit à un contrôle de pleine juridiction, en ce que le juge qui se prononce sur la responsabilité solidaire précitée ne peut pas tempérer le montant sur la base du principe de proportionnalité.
De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 30bis, §§ 3 en 5, van de RSZ-wet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het algemeen beginsel van het recht op een rechterlijke toetsing met volle rechtsmacht, doordat de rechter die zich over voormelde hoofdelijke aansprakelijkheid uitspreekt, het bedrag niet kan milderen op grond van het evenredigheidsbeginsel.