2. Les États membres peuvent décider, de manière objective et non discriminatoire, de ne pas accorder de paiements directs aux sociétés, au sens l'article 48, deuxième alinéa , du traité, dont l'objet social n'est pas la production, l'élevage ou la culture de produits agricoles, y compris la récolte, la traite, l'élevage et la détention d'animaux à des fins agricoles .
2. De lidstaten kunnen op een objectieve en niet-discriminerende manier beslissen geen rechtstreekse betalingen te verlenen aan ondernemingen of bedrijven in de zin van artikel 48, lid 2, van het Verdrag wier voornaamste bedrijfsactiviteit niet gericht is op de productie, de teelt of het kweken van landbouwproducten, met inbegrip van het oogsten, het melken, het fokken en het houden van dieren voor landbouwdoeleinden .