2. « Dans l'hypothèse d'une réponse affirmative à la question précédente, les articles 580, 2°, du Code judiciaire et 21, § 2 et § 8, de la loi du 13 juin 1966 relative à la pension de retraite et de survie des ouvriers, des employés, des marins naviguant sous pavillon belge, des ouvriers mineurs et des assurés libres, interprétés comme n'excluant pas tout recours judiciaire contre des décisions refusant de renoncer à récupérer des prestations indûment payées par l'Office national des pensions, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution combinés avec le principe contenu dans les articles 33, 36, 37 et 40 de la Constitution selon lequel le régime de la séparation des pouvoirs tel qu'il s'applique en droit belge interdit au pouvoir
...[+++]judiciaire de se substituer, dans un processus de prise de décision, aux organes de l'administration active ?2. « Indien de voormelde vraag bevestigend wordt beantwoord : Schenden artikel 580, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 21, §§ 2 en 8, van de wet van 13 juni 1966 betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden, in die zin geïnterpreteerd dat niet elk beroep bij de rechterlijke macht is uitgesloten tegen beslissingen waarbij wordt geweigerd te verzaken aan het terugvorderen van de door de Rijksdienst voor Pensioenen onterecht betaalde uitkeringen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel vervat in de artikelen 33, 36, 37 en 40 van de Grondwet volgens hetwelk het in het Belgische recht toepasselijke ste
...[+++]lsel van de scheiding der machten de rechterlijke macht verbiedt zich tijdens een besluitvormingsproces in de plaats te stellen van de organen van het actief bestuur ?