Si le recours est accepté, la Région flamande dispose d'un délai de dix jours ouvrables, à compter de la date du prononcé ou, dans le cas visé au § 5, deuxième alinéa, de l'expiration du délai pour se prononcer, pour payer le montant de l'appel, ou le solde dû, au bénéficiaire de la garantie à titre provisoire.
Als het hoger beroep wordt ingewilligd, beschikt het Vlaamse Gewest, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak of, in het geval, vermeld in § 5, tweede lid, vanaf het verstrijken van de termijn om een uitspraak te doen, over een termijn van tien werkdagen om het bedrag van de afroep, dan wel het nog verschuldigde saldo daarvan, voorlopig aan de waarborghouder uit te betalen.