La liste des phénomènes visés au § 1, 2°, et des groupements visés au § 1, 3°, est établie au moins annuellement par le ministre de l'Intérieur, sur la base d'une proposition conjointe de la police fédérale, de l'Organe de coordination pour l'analyse de la menace et des services de renseignements et de sécurité.
De lijst met de fenomenen bedoeld in § 1, 2° en de groeperingen bedoeld in § 1, 3°, wordt minstens jaarlijks uitgewerkt door de minister van Binnenlandse Zaken, op basis van een gezamenlijk voorstel van de federale politie, het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.