Art. 36. § 1. Lorsque le demandeur et/ou les personnes avec qui il partage la même résidence principale, ont la qualité de propriétaire ou d'usufruitier indivis, le revenu cadastral est multiplié, avant application des articles 20 et 21, par la fraction ou la somme des fractions qui exprime l'importance des droits en indivis, en pleine propriété ou en usufruit, du demandeur et/ou de ces personnes avec qui il partage la même résidence.
Art. 36. § 1. Wanneer de aanvrager en/of de personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen de hoedanigheid van eigenaar of van vruchtgebruiker in onverdeeldheid hebben, wordt het kadastraal inkomen vermenigvuldigd met de breuk of de som van de breuken die het aandeel, in volle eigendom of in vruchtgebruik, van de aanvrager en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt in de onverdeeldheid uitdrukt, vooraleer de artikelen 20 en 21 worden toegepast.