Afin de garantir que les contributions liées aux intérêts afférents aux prêts commerciaux souscrits par les fonds de mutualisation visés à l’article 38, paragraphe 3, point b), et à l’article 39, paragraphe 4, point b), du règlement (UE) no 1305/2013 sont maintenues à un niveau adéquat, il importe que la durée de ces prêts commerciaux soit d’un an au minimum et de cinq ans au maximum.
Om ervoor te zorgen dat de in artikel 38, lid 3, onder b), en artikel 39, lid 4, onder b), van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde bijdragen met betrekking tot de rente op commerciële leningen die een onderling fonds heeft afgesloten, op een passend niveau wordt gehouden, moeten de minimale en de maximale looptijd van deze commerciële leningen respectievelijk een en vijf jaar bedragen.