a) sont considérés comme «moyens de transport»: les bateaux d'une longueur de plus de 7,5 mètres, les aéronefs dont le poids total au décollage excède 1 550 kilogrammes et les véhicules terrestres à moteur d'une cylindrée de plus de 48 centimètres cube ou d'une puissance de plus de 7,2 kilowatts, destinés au transport de personnes ou de marchandises, à l'exception des bateaux et aéronefs visés à l'article 15 points 5 et 6;
a) worden als "vervoermiddel" beschouwd: voor het personen- of goederenvervoer bestemde schepen met een lengte van meer dan 7,5 meter, luchtvaartuigen met een totaal opstijggewicht van meer dan 1 550 kg en landvoertuigen die zijn uitgerust met een motor van meer dan 48 cc cilinderinhoud of met een vermogen van meer dan 7,2 kilowatt, met uitzondering van schepen en luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 15, punten 5 en 6;