Les officiels de la CIA pensent donc qu'ils ne doivent pas mener directement des actions contre des firmes étrangères pour le compte d'entreprises américaines, mais qu'ils doivent contenir l'espionnage économique clandestin à des domaines tels que les négociations commerciales, la protection des firmes nationales contre la pénétration par des agents secrets étrangers et la mise à jour de corruption rendant difficile la compétition dans des nations en développement (95).
De CIA-verantwoordelijken zijn dus van mening dat ze niet rechtstreeks moeten tussenkomen voor rekening van Amerikaanse bedrijven tegen buitenlandse ondernemingen, maar dat ze de clandestiene economische spionage moeten beperken tot domeinen zoals commerciële onderhandelingen, het beschermen van nationale bedrijven tegen de penetratie door geheim- agenten uit het buitenland en het aan het licht brengen van gevallen van corruptie die de concurrentie in ontwikkelingslanden bemoeilijken (94).