Proportion d’enfants vivant dans un ménage dont les conditions de vie pâtissent fortement du manque de ressources, c’est-à-dire qui c
onnaissent au moins quatre des neuf situations suivantes: impossibilité i) de payer le loyer ou les factures de consommation courante, ii) de chauffer convenablement leur habitation, iii) de faire face à des dépenses imprévues, iv) de consommer de la viande, du poisson ou autre aliment protéiné équivalent tous les deux jours, v) de prendre une semaine de vacances hors du domicile, vi) d’acheter une voiture, vii) d’acheter une machine à laver, viii) d’acheter un téléviseur couleur ou ix) d’acheter un télépho
...[+++]ne.
Aandeel kinderen die leven in een huishouden waarvan de levensomstandigheden ernstig worden beperkt door een gebrek aan middelen, d.w.z. dat het aan ten minste 4 van de volgende 9 deprivatiecriteria beantwoordt: het kan zich niet permitteren i) de huur of de gas-, water- en elektriciteitsrekeningen te betalen, ii) de woning voldoende te verwarmen, iii) onverwachte uitgaven te doen, iv) om de twee dagen vlees, vis of even proteïnerijk voedsel te eten, v) één week met vakantie te gaan, of zich vi) een auto, vii) een wasmachine, viii) een kleurentelevisie, of ix) een telefoon aan te schaffen