Déterminant pour cette diversité sont : les transitions de plage (avec localement des avant-dunes) en passant par des dunes riches et pauvres en calcaire aux polders, aux replats boueux ou sableux salins et la géomorphologie très variée de la zone dunaire même.
Bepalend voor deze verscheidenheid zijn de overgangen van strand (met lokaal voorduinen) over kalkrijke en meer kalkarme duinen tot polder, zoutwaterslikken en -schorren en de zeer gevarieerde geomorfologie van het duingebied zelf.