En outre, je tiens à souligner que, conformément à l'article VIII. 1bis AEPol, les membres du personnel qui n'ont pas pu prendre leur congé annuel de vacances de 2017 avant le 1 avril 2018 en raison d'un refus du congé annuel de vacances, d'un congé de maternité ou d'une absence pour maladie pendant la période de report (1 janvier 2018 jusqu'à y compris le 31 mars 2018), peuvent reporter ce congé annuel de vacances jusqu'au 1 avril 2019.
Ik wens bovendien aan te stippen dat, overeenkomstig artikel VIII. 1.bis, UBPol, de personeelsleden die het jaarlijks vakantieverlof van het jaar 2017 niet hebben kunnen opnemen vóór 1 april 2018 omwille van een weigering van het jaarlijks vakantieverlof, een moederschapsverlof of een afwezigheid wegens ziekte tijdens de overdrachtsperiode (1 januari 2018 tot en met 31 maart 2018), dit jaarlijks vakantieverlof kunnen overdragen tot 1 april 2019.