Lorsque l'agriculteur, qui a demandé et obtenu la compensation de revenu, en sa qualité de personne physique ou personne morale, cède, de quelle façon que se soit, son entreprise y compris les terres qu'il a boisées, à titre onéreux ou non, au cours de la période dans laquelle il a droit à la compensation de revenu, le repreneur obtient le droit à la compensation de revenu pour la période restante pour autant qu'il soit agriculteur conformément à l'article 1, 10°.
Als de landbouwer die de aanvraag tot inkomenscompensatie heeft ingediend en verkregen, in zijn hoedanigheid als natuurlijke persoon of als rechtspersoon, zijn bedrijf met inbegrip van de gronden die hij bebost heeft, op welke wijze ook overdraagt, al dan niet onder bezwarende titel, in de loop van de periode waarin hij recht heeft op de inkomenscompensatie, dan verkrijgt de overnemer, voorzover hij landbouwer is conform artikel 1, 10°, het recht op de inkomenscompensatie voor de nog resterende periode.