60. estime que, dans le but de protéger au mieux les indications géographiques des produits non agricoles, l'interdiction de l'utilisation incorrecte d'une indication géographique ne doit pas se limiter au risque de tromperie du public ou à tout acte de concurrence déloyale, même dans les cas où la véritable origine du produit est clairement indiquée; propose dans cette perspective d'étendre la protection additionnelle prévue à l'article 23 de l'accord sur les ADPIC, réservée initialement aux vins et spiritueux, aux indications géographiques des produits non agricoles;
60. is van oordeel dat om geografische aanduidingen van niet-landbouwproducten optimaal te beschermen, het verbod op onjuist gebruik van geografische aanduidingen niet alleen moet worden toegepast bij kans op misleiding van de consument of in geval van oneerlijke mededinging, maar ook wanneer de werkelijke herkomst van het product duidelijk is vermeld; stelt daarom voor dat de aanvullende bescherming op grond van artikel 23 van de TRIPS-overeenkomst, oorspronkelijk alleen van toepassing op wijnen en spiritualiën, uitgebreid wordt tot geografische aanduidingen van niet-landbouwproducten;