2.
2.1.18.3. en cas de rupture ou de fuite d'une des conduites de la liaison pneumatique (ou de l'autre type de liaison adopté), il doit néanmoi
ns être possible au conducteur d'actionner totalement o
u partiellement les freins de la remorque, soit par la commande du freinage de service, soit par celle du freinage de secours ou encore celle du freinage de stationnement, à moins que la rupture ou la fuite ne provoque automatiquement le
...[+++] freinage de la remorque avec l'efficacité prescrite au point 2.2.3 de l'annexe II;
2.2.1.18.3. bij een lek of een breuk in een van de leidingen van de pneumatische verbinding (of andere verbinding) moet het de bestuurder desondanks mogelijk zijn de remmen van de aanhangwagen geheel of gedeeltelijk in werking te stellen met behulp van het bedieningsorgaan van hetzij het bedrijfsremsysteem, hetzij het hulpremsysteem, hetzij de parkeerrem, tenzij de aanhangwagen bij een breuk of een lek automatisch wordt afgeremd met de in punt 2.2.3 van bijlage II voorgeschreven remwerking;