Art. 221. En vue de l'application de la présente loi, le Roi détermine, sur avis de la Banque
et de la FSMA, les règles à suivre par les entreprises d'assurance en ce qui concerne l'exercice des activités d'assurance sur la vie mentionnées à l'Annexe II. En particulier, le
Roi fixe les règles concernant: 1° les éléments constituant les bases techniques et la manière dont ils sont établis; 2° les notions de valeur de rachat et de valeur de réduction, ain
si que leur mode de calcul ...[+++]; 3° le calcul de la prestation en cas de résiliation ou de rachat du contrat; 4° le calcul de la prestation en cas de décès lors de la survenance d'un risque non couvert; 5° les limites concernant l'avance sur et la mise en gage des prestations assurées; 6° la répartition et l'attribution des participations bénéficiaires, ainsi que l'octroi de ristournes, en ce compris la détermination des groupes de contrats ou d'engagements auxquels ces règles s'appliquent, ainsi que les informations que les entreprises d'assurance fournissent à la Banque aux fins de leur contrôle; La Banque peut, par la voie d'un règlement pris conformément à l'article 12bis, § 2, de la loi du 22 février 1998, compléter lesdits groupes de contrats ou d'engagements; 7° l'inventaire de la composition de chaque fonds à actifs dédiés; 8° les contrats d'assurance relatifs à l'octroi d'avantages extra-légaux aux travailleurs salariés visés par l'arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés.Art. 221. Met het oog op de toepassing van deze wet bepaalt de Koning, op advies van de Bank e
n de FSMA, de regels die de verzekeringsondernemingen moeten volgen voor wat betreft de uitoefening van de levensverzekeringsactiviteiten als vermeld in Bijlage II. In bijzonder stelt de Koning regels vast voor: 1° de bestanddelen van de technische grondslagen en de wijze waarop deze bestanddelen worden vastgesteld; 2° de begrippen "afkoopwaarde" en "reductiewaarde", evenals de berekeningswijze ervan; 3° de berekening van de prestatie bij opzegging of afkoop van de overeenkomst; 4° de berekening van de prestatie bij overlijden ten gevolge v
...[+++]an een niet-gedekt risico; 5° de beperkingen van het voorschot op en de inpandgeving van de verzekerde prestaties; 6° de winstverdeling en -toekenning alsook de toekenning van restorno's, met inbegrip van het bepalen van de groepen van overeenkomsten of verplichtingen waarop deze regels van toepassing zijn, evenals de voor toezichtsdoeleinden benodigde informatie die de verzekeringsondernemingen aan de Bank moeten verstrekken. De Bank kan deze groepen van overeenkomsten of verplichtingen aanvullen bij reglement vastgesteld overeenkomstig artikel 12bis, § 2, van de wet van 22 februari 1998; 7° de inventaris van de samenstelling van elk fonds met aangewezen activa; 8° de verzekeringsovereenkomsten voor de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers.