L'article 60 de la même loi disposait, dans sa version applicable au litige pendant devant la juridiction a quo : « Sans préjudice des règles régissant la preuve en droit commun, les ventes au consommateur visées par la présente section doivent, à peine de nullité, faire l'objet d'un contrat écrit, rédigé en autant d'exemplaires qu'il y a de parties contractantes ayant un intérêt distinct.
Artikel 60 van dezelfde wet bepaalde, in de versie ervan die van toepassing is op het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil : « Onverminderd de gemeenrechtelijke voorschriften inzake het bewijs moeten de verkopen aan de consument, bedoeld in deze afdeling, op straffe van nietigheid, het voorwerp uitmaken van een geschreven overeenkomst opgemaakt in zoveel exemplaren als er contracterende partijen met een onderscheiden belang zijn.