8. Le président préside chaque réunion de l’assemblée générale. S’il n’y a pas de président, si le président n’est pas présent à l’heure prévue pour la tenue de la réunion ou s’il refuse d’agir, la présidence de la réunion est assurée par le vice-président ou, si ce dernier n’est pas présent ou refuse d’agir, par un représentant national élu à cet effet par ses pairs.
8. De voorzitter zit de bijeenkomsten van de algemene vergadering voor; als er geen voorzitter is of als hij niet aanwezig zal zijn op het vastgelegde tijdstip voor de bijeenkomst of niet wil optreden, dan treedt de ondervoorzitter op als voorzitter; als de ondervoorzitter niet aanwezig is of niet wil optreden, dan kiezen de nationale vertegenwoordigers iemand uit hun midden om de bijeenkomst voor te zitten.