Si les informations obtenues du point de contact central laissent apparaître un indice de fraude fiscale, il appartiendra au fisc de recourir, le cas échéant, à la procédure de levée du secret bancaire, contenue à l'article 322 du CIR 1992, afin d'obtenir des établissements bancaires et financiers d'autres informations concernant le contribuable concerné.
Wanneer de van het centraal aanspreekpunt verkregen gegevens een aanwijzing van belastingontduiking bevatten, zal het aan de belastingadministratie staan om, in voorkomend geval, gebruik te maken van de procedure voor de opheffing van het bankgeheim vervat in artikel 322 van het WIB 1992, teneinde van de bank- en financiële instellingen andere gegevens betreffende de betrokken belastingplichtige te verkrijgen.