4° le secteur non marchand : les secteurs relevant du secteur flamand des soins de santé, du secteur flamand de l'aide sociale, pour autant qu'ils relèvent d'une réglementation flamande en matière d'agrément et de subventionnement, ainsi que du secteur socioculturel flamand, tels qu'énumérés dans l'" Objectif général" de l'Accord intersectoriel flamand pour le secteur non marchand 2000-2005.
4° social profitsector : de sectoren zoals opgesomd in de `Algemene doelstelling' van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profitsector 2000-2005, behorende tot de Vlaamse gezondheids- en welzijnssector en voor zover ze ressorteren onder een Vlaamse erkennings- en subsidieregelgeving, en de Vlaamse socio-culturele sector.