L'oeuvre audiovisuelle belge agréée est définie par l'article 194ter, CIR 92, inséré par l'article 128 de la loi-programme, comme un long
métrage de fiction, documentaire ou d'animation, destiné à une exploitation cinématographique, une collection télévisuelle d'animation, un programme télévisuel documentai
re et agréé par les services compétents de la Communauté concernée comme oeuvre européenne telle que définie par la directive « Télévision sans frontières » du 3 octobre 1989 (89/552/EEC), amendée par la directive 97/36/EC du 30 jui
...[+++]n 1997 et ratifiée par la Communauté française le 4 janvier 1999, la Communauté flamande le 25 janvier 1995 et la Région bruxelloise le 30 mars 1995 pour laquelle les dépenses de production et d'exploitation, effectuées en Belgique dans un délai maximum de 18 mois à partir de la date de conclusion de la convention-cadre destinée à la production d'une oeuvre audiovisuelle, s'élèvent au minimum à 150 p.c. des sommes globales affectées en principe, autrement que sous la forme de prêts, à l'exécution d'une convention-cadre en exonération des bénéfices.Het erkend Belgisch audiovisueel werk wordt overeenkomstig artikel 194ter, WIB 92, ingevoegd bij artikel 128 van de programmawet, gedefinieerd als een
langspeelfilm, een documentaire of een animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, een animatieserie of een documentaire voor televisie en die door de bevoegde diensten van de betrokken Gemeenschap zijn erkend als Europees werk zoals bedoeld in de richtlijn " Televisie zonder grenzen" van 3 oktober 1989 (89/552/EG), gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG van 30 juni 1997 en bekrachtigd door de Franse Gemeenschap op 4 januari 1999, door de Vlaamse Gemeenschap op 25 januari 1995 en
...[+++] door het Brussels Gewest op 30 maart 1995 waarvoor de productie- en exploitatiekosten die in België werden gedaan binnen een periode van ten hoogste 18 maanden vanaf de datum van afsluiting van de raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk, ten minste 150 pct. belopen van de totale sommen niet zijnde onder de vorm van leningen die in beginsel zijn aangewend voor de uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst.