Art. 13. § 1. En garantie de la bonne exécution de ses obligations, le locataire verse à la société une somme équivalent à 2 ou 3 mois de loyer selon la forme de garantie prévue à l'article 10, § 1, du livre III, titre VIII, chapitre II, section 2, du Code civil.
Art. 13. § 1. Als waarborg voor de goede uitvoering van zijn verplichtingen stort de huurder aan de maatschappij een geldsom die gelijk is aan 2 of 3 maand huur naargelang van de vorm van de waarborg bepaald in artikel 10, § 1, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek.