- d'administrer des médicaments oraux, de l'oxygène, des suppositoires, des aérosols, des gouttes auriculaires ou nasales ainsi que de la pommade prescrits par un médecin, d'encourager le respect du traitement et en favoriser la régularité, d'installer un enfant dans un appareillage adapté à ses besoins et de prendre en charge un enfant sous monitoring cardio-respiratoire.
- toedienen van orale geneesmiddelen, zuurstof, zetpillen, aerosol, oor- of neusdruppels, en zalf op voorschrift van een arts, therapietrouw bevorderen en de stiptheid daarbij ondersteunen, installeren van een kind in een apparaat dat aangepast is aan zijn behoeften en het begeleiden van een kind met een monitor voor cardiorespiratoir toezicht.