Les abondances des principaux isotopomères de masses 44 (12C16O2), 45 (13C16O2 et 12C17O16O) et 46 (12C16O18O), résultant des différentes combinaisons possibles des isotopes 18O, 17O, 16O, 13C et 12C, sont déterminées à partir des courants ioniques mesurés sur trois collecteurs différents d'un spectromètre de masse isotopique.
De hoeveelheden van de voornaamste massa-isotopomeren 44 (12C16O2), 45 (13C16O2 en 12C17O16O) en 46 (12C16O18O), die het resultaat zijn van de verschillende mogelijke combinaties van de isotopen 18O, 17O, 16O, 13C en 12C, worden bepaald aan de hand van de ionische stromen die op drie verschillende collectoren van een isotopische massaspectrometer worden gemeten.