L'arrêt « Borta » du 5 avril 2017 (affaire C-298/15) permet quant à lui de conclure qu'une réglementation nationale qui prévoit, pour les marchés publics ou les concessions de travaux, que les travaux principaux, tels que définis par le pouvoir adjudicateur, ne peuvent pas être sous-traités, n'est pas conciliable avec le Traité.
Uit het zogenaamde Borta-arrest van 5 april 2017 van het Hof van Justitie (zaak C-298/15) kan op zijn beurt worden afgeleid dat het Europees Verdrag eraan in de weg staat dat nationale regelgeving wordt uitgewerkt waarin wordt bepaald, voor overheidsopdrachten of concessies voor werken, dat het hoofdgedeelte van de werken dat als zodanig door de aanbestedende overheid wordt omschreven, niet in onderaanneming mag worden gegeven.