La Recommandation du Conseil de Coopération douanière du 5 décembre 1953 sur l'assistance mutuelle administrative prévoit que, sur demande expresse d'un État ayant accepté cette Recommandation, un autre État y ayant adhéré également exercera une surveillance spéciale sur les marchandises de contrebande, les moyens de transport utilisés à cette fin et les personnes connues comme fraudeurs, et communiquera toute information pertinente dont il dispose au sujet d'une infraction douanière.
De Aanbeveling van de Internationale Douaneraad van 5 december 1953 inzake de wederzijdse administratieve bijstand bepaalt dat, op uitdrukkelijk verzoek van een Lidstaat die de Aanbeveling heeft aanvaard, een andere Lidstaat die deze aanbeveling eveneens heeft goedgekeurd een bijzonder toezicht zal uitoefenen op de smokkelwaren, op de daarbij aangewende vervoermiddelen en op de personen die als smokkelaars bekendstaan, en kennis zal geven van alle relevante inlichtingen die hij bezit betreffende het douanemisdrijf.