Lorsque le juge ordonne la suspension du prononcé de la condamnation, il doit, en vertu de l'article 6, alinéa 2, de la loi du 29 juin 1964, condamner l'inculpé aux frais, déterminés conformément à l'arrêté royal du 28 décembre 1950 portant règlement général sur les frais de justice en matière répressive.
Wanneer de rechter de opschorting van de uitspraak van de veroordeling gelast, dient hij, krachtens artikel 6, tweede lid, van de wet van 29 juni 1964, de inverdenkinggestelde in de kosten te veroordelen, die werden bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken.