Un système de refroidissement auxiliaire peut être utilisé si nécessaire pour maintenir les températures dans les limites prévues aux points 5.1.3.9 à 5.1.3.12 (1)JO nº L 190 du 20.8.1972, p. 1 (2)JO nº L 76 du 6.4.1970, p. 1 (3)JO nº L 223 du 14.8.1978, p. 48.
Voor handhaving van de temperaturen binnen de in de punten 5.1.3.9 tot 5.1.3.12 gestelde grenswaarden mag eventueel gebruik worden gemaakt van een hulpkoelsysteem (1)PB nr. L 190 van 20.8.1972, blz. 1 (2)PB nr. L 76 van 6.4.1970, blz. 1 (3)PB nr. L 223 van 14.8.1978, blz. 48.