Le droit d'être traité de façon impartiale par l'administration de l'Union est un corollaire du droit fondamental à une bonne administration et implique que les membres du personnel sont tenus de s'abstenir de prendre part à une procédure administrative dans laquelle ils ont, directement ou indirectement, un intérêt personnel, notamment familial ou financier, de nature à compromettre leur impartialité.
Het recht op een onpartijdige behandeling door het ambtenarenapparaat van de Unie vloeit voort uit het fundamentele recht op behoorlijk bestuur en houdt in dat personeelsleden niet mogen deelnemen aan administratieve procedures waarin zij direct dan wel indirect een persoonlijke belang hebben, waaronder met name enig familiaal of financieel belang, dat hun onpartijdigheid in het gedrang kan brengen.